4. A Delightful World - Doctrine of Creation and Providence

pagina 76 t/m 96

Introduction

Centrale gedachte: alles wat bestaat, dankt zijn bestaan aan God.
Als wij het woord ‘schepping’ horen staan we voorgesorteerd om te denken aan een ode aan de natuur of de wetenschap. Maar als we daarin blijven steken, missen we het ‘zoete/beminnelijke’ hart van dit leerstuk.
Dit leerstuk gaan over de afhankelijkheid van alle dingen van de Drie-enige God én de liefde die de Schepper heeft voor alles wat hij maakte.
Daarom moet dit leerstuk beginnen met het karakter van God als Schepper. Hij maakte, heeft het lief en onderhoudt alles wat bestaat.
God als Schepper:
- Er is ondoorgrondelijk verschil tussen Schepper en schepping
- Er is nauwe betrokkenheid van de Schepper bij de schepping
Dit leerstuk begint bij God, en daarom moet het onderwijs hierover beginnen in het Woord van God: Dat leert: de wereld is tot stand gekomen door het Woord van God (Heb 11:3) en door het vleesgeworden Woord van God (Joh 1:3).
Dit leerstuk wijst ons ook de weg in het leven: we zijn geschapen in Jezus Christus en voor Jezus Christus. Hij is bron en doel van de schepping.

Eerste opmerkelijkheid en afwijking in het begin: alles wat geschapen werd, was bedoeld om in een liefdevolle relatie met de soevereine God te leven.
Geschapen uit niets (creation ex nihilo):
- zonder God had niets bestaan en heeft niets bestaan.
  - daarom: alles is werk van God en eigendom van God
- niet uit iets, niet uit eigen Goddelijk zijn
Niets wat geschapen heeft, heeft Goddelijke status > CeN is een implicatie van monotheïsme en drie-enige theologie.
- Echter: CeN sluit bemoeienis met en door wat geschapen is niet uit, mits de werkelijkheid niet gereduceerd wordt tot wat gezien en gemeten kan worden, tot puur materialisme, beroofd van Goddelijke realiteit.
- Daarom geen Deïsme.
Er is een fundamenteel verschil tussen God en schepsel. God is radicaal anders, transcendent maar tegelijk nauw betrokken, immanent, zonder dat het goddelijke in de wereld zit, pantheïsme of panentheïsme, dat God niet kan bestaan zonder de wereld.
God is God, wij zijn schepselen. Het leerstuk plaatst ons in de juiste verhouding, die we vaak geneigd zijn om te draaien.
Wij zijn afhankelijk van God, maar God is genoeg voor Zichzelf. Dat hij schept, is omdat hij ons wil. Schepping is de overvloedige goedheid en liefde van God, buiten Zijn eigen leven, als geschenk en om in relatie te leven.

Benadrukking van het goede van de schepping in Genesis 1.
Het is goed omdat het Gods werk is.
- Niet vanwege de mooie natuur > die kan ook stuk
- Niet vanwege wat mensen doen > die maken ook stuk
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is tegelijk revolutionair in het licht van het Gnosticisme. Draait om geheime, benodigde kennis voor redding. Maakt daarvoor gebruik van Hierarchisch dualisme. Verdeelt geschapen werkelijkheid in materie en geest.
Gevolg: schepping en Schepper komen in een kwaad daglicht. Schepping kan geen werk van een goede God zijn.
Hoe hier mee leven: zie Gods werk in heel de schepping, geniet van de goedheid van alles wat God heeft gemaakt en erkennen dat God liefde heeft voor alles wat geschapen is en dat het bedoeld is om Hem te verheerlijken.
We hoeven ons er dus ook niet uit terug te trekken.
Holisme: alle dingen in de wereld staan onder Gods bestuur, zonder dat daarmee het bestaan en het goede van verschillen wordt ontkend, maar zonder hierarchie. Waarbij het verschil met God fundamenteel is en blijft.

Providence: Gods doorgaande scheppingswerk. Blijkt in de Bijbel uit Gods daden in de historie.
We kunnen daarin veel niet begrijpen, maar centraal in christelijk denken staat de bevestiging van Gods voorzienigheid en het vertrouwen op Gods doorgaande goede werk in de wereld.
Wij zijn geneigd de wereld begrijpelijk te maken en helemaal in control te krijgen. Alsof we onafhankelijk zijn van God. Gods voorzienigheid belijden opent dan onze ogen voor Gods aanwezigheid en macht in de wereld.

Theodicee: zoeken naar rechtvaardiging of verklaring waarom God kwaad en lijden toelaat.
God is niet de auteur van het kwaad.

God heeft alles geschapen, dus ook geestelijke vorming.
Waar het dualisme invloed heeft, kan de betrokkenheid van het lichaam hierbij verdacht worden gemaakt vanwege de minachting voor het lichaam, de materie.
Dit heeft het begrip ‘ascese’ onterecht gekoppeld aan dualisme. Ten onrechte, want het gaat terug op training. In christelijke vorm de manier waarop het lichaam betrokken kan worden bij geestelijke vorming, om het tot zijn doel te laten komen: God verheerlijken. Voorbeelden: vasten, knielen.
Door misstanden kunnen we onze belichaming soms slecht zien als een gekregen gift. Ook wereldse en commerciële standaarden vertroebelen onze blik.

Heel het leven is door God geschapen, ook het beoefenen van de leer, dat alleen zin heeft in relatie met de Schepper.
Het beoefenen van de leer van de schepping raakt heel het leven.
We krijgen een andere levensrichting. In eigen woorden: positief en hoopvol.

Er zijn geen reacties geplaatst.